De kweek:
De kweek is de mooiste tijd van
al. Maar voor het zo ver is, is er al heel wat werk verricht in de volière. De kweekkooien zijn geboend en geschrobd. Aangezien
mijn vogels buiten zitten licht ik niet bij en begin met de kweek wanneer het goed weer is. Begin maart zet ik de mannen bij
elkaar in een kweekbak waardoor ze goed hitsig worden. De poppen plaats ik gescheiden van de mannen apart in
een kweekbak. Wanneer de poppen op hun gemak zijn in de broedkooi plaats ik na een goede 2 weken en wanneer het weer het toelaat,
dus wanneer er genoeg uren licht zijn, de koppels bij elkaar. Het aantal uren licht is zeer belangrijk en bepaald ook hoe
snel de vogels broedrijp zijn. Na een goede week gaan de nestbakjes, met het nestmateriaal, in de broedkooi. Het
bij elkaar zetten van de koppel vraagt veel aandacht.De vogels moeten wel bij elkaar passen. De bevedering is heel belangrijk,
korte bevedering op lange bevedering, het liefst bevedering met een mooie diepe glans. Ook kijk ik naar de afstamming van
de vogels. Of ze geen broer of zus zijn, of de ouders van het koppel goed waren, enz... Wanneer alles inorde is tussen
de vogels,kunnen we de eerste eitjes verwachten. De gloster legt net als andere kanaries, tussen de vier en vijf eitjes,die
na dertien dagen broeden uit komen. Meestal gaat alles wel goed en komen er geen problemen bij, zoals bv. niet voederen, jongen
uit de nest,... Na een dag of zeven worden de jongen geringd en schrijf ik de gegevens op. Zo weet ik dus altijd
van welke ouders de jonge vogels komen. Na een week of vier worden de jonge vogels van de ouders gehaald.Ze gaan dan
in een vlucht apart en wanneer ze zelfstandig worden gaan ze in de grote volière. Ik zorg dan voor voldoende
eivoer en zaad. De pop laat ik ondertussen gewoon aan haar tweede nest beginnen.
|