Inleiding:
De Roodvoorhoofd kakariki's komen voor in Nieuw Caledonië en in Nieuw -
Zeeland. Deze wordt zo'n 28 cm groot en heeft een rood voorhoofd (vandaar de naam). Binnen de soorten zijn er geen
kleurverschillen tussen man en pop. Het belangrijkste geslachtsonderscheid is het formaat van de snavel. De snavel van de
man is aanzienlijk groter dan die van de pop. Verder kan de pop wat minder rood achter het oog hebben en heeft ze meestal
een vleugelstreep. Het is een zeer intelligente nieuwsgierige en charmante vogel. Ze zijn niet alleen terug te vinden op de
stokken maar ook op de grond. Ze houden ervan om rond te scharrelen op de grond. De kakarikie is een zaadetende vogel en is
verzot op zonnepitten. Maar door een teveel van de zonnepitten worden ze vet en zullen ze sterven. Kakariki's zijn makkelijke
vogels en nemen genoegen met ieder soort onderkomen. Het zijn sterke vogels die echter in de winter wel wat beschutting willen
in de vorm van een nachthok. Er zijn ook verschillende mutaties van deze vogel zoals de wildkleur, dominant bont;
enkel en dubbelfactorig (de dubbelfactorige wordt ook wel de goldcheck of goudgeel genoemd), recessief bont; cinnamon (de
groene veren krijgen een kaneelachtige kleur); lutino (fletsgele vogel met rode ogen en daarin een iris); fallow (de groene
veren zijn iets opgebleekt met rode ogen en een iris); lacewing (combinatie van 1 gen lutino met 1 gen fallow; de kleur is
lichter dan een fallow met vooral de kop, borst en rug een gele kleur waarbij de vleugels en staart donkerder blijven).
Roodvoorhoofdkakariki |
|
Kweek:
Alvorens te kweken is het belangrijk dat de vogels oud genoeg zijn. Kakariki
poppen zijn soms op een leeftijd van 4 maanden al broedrijp, de mannen zijn op een leeftijd van ca 7 maanden vruchtbaar. Maar
men kan beter een goed jaar wachten zodat men geen problemen krijgt. Mijn roodvoorhoofdkakariki's zijn
gehuisvest in een buitenvolière met een lengte van 3 m en een breedte van 1 m. Deze is ook 2 m hoog. Begin maart hang ik een nestkast met een bodemoppervlak van 25 x 25 cm. Deze is 30 cm hoog en heeft
een invlieggat met diameter van 5 cm. Op de bodem leg ik houtkrullen. Ongeveer 1 week na het ophangen van de
nestkast gaat de pop al interesse tonen in het nestkast. En na ongeveer 2 weken ligt het eerste eitje al in de het nestkast. Gemiddeld
legt het popje 5 - 7 eitjes. Maar deze kunnen ook verder oplopen. De eieren worden in ca. 21 dagen uitgebroed. De pop broedt
alleen en wordt door de man gevoerd. Hierbij gaat de man niet de nestholte in, iets wat hij wel doet als er jongen zijn. De
jongen die hieruit geboren worden moeten geringd worden met ringmaat 5 mm na ca. 9 mm. De jongen verlaten het nest als
ze ca. 5 weken oud zijn en keren hier niet weer in terug. Gebleken is dat meerdere legsels per jaar grootgebracht worden.
Men kan ook met de kakariki het hele jaar doorkweken maar best is dat men rond september de nestkasten weghaalt. Hierdoor
worden de vogels niet oververmoeid.
|